Gearresteerd op de Golan
Door: Arjun
Blijf op de hoogte en volg Arjun
26 Juli 2009 | Syrië, Damascus
Afgelopen zondag vloog ik uit Addis Ababa naar Damascus over Cairo. Acht uur wachten op het vliegveld daar, plus wat vertraging... Dat was echt verdomd saai en belachelijk en absurd duur (de koffie enzo). Dus daar ga ik nu niet over praten. Overigens wel wat interessante mensen ontmoet op het vliegveld in Addis Ababa. Onder anderen een ex-bandgenoot van een huidig lid van UB40. Maar goed.
Waar ik WEL over ga praten is dat ik nu in Damascus, in Syrië ben. En dat ik misschien wel de meest absurde avonturen heb meegemaakt in die ene week dat ik hier nu ben.
Mijn eerste kennismaking met Syrië was allesbehalve goed. Ik had wat moeite met een visum krijgen (ze geloofden niet dat ik Nederlands was of dat mijn ouders er waren geboren) maar dat ging uiteindelijk nog wel. En alles werd ineens een stuk beter toen ik na lange lange tijd bij de douane te hebben gestaan mijn backpack pakte en doorliep, want welke jonge blonde god stond daar op mij te wachten? LUKAS! Dat was echt vet. Na 3,5 maand zie je mekaar dan weer ineens in het Midden-Oosten. Surreal.
Busje in, naar Dimashq al-Sham! Wat een ENORME stad is dat zeg! De oudste constant-bewoonde stad ter wereld en bruisend van energie en cultuur en weet ik het allemaal wat. Ik geniet. Lukas en ik zijn een paar dagen terug naar een hammam gegaan (http://www.flickr.com/photos/arjunswamipersaud/3757175661/), en daar zijn we echt totaal naar de tering gestoomd, gescrubd en gemasseerd, met uiteindelijk wat thee. De hammam daar was al 800 jaar nonstop in gebruik, en ze wisten wel wat ze aan 't doen waren. Was verry nize.
Een paar dagen later hadden Lukas en ik zoals altijd afgesproken op Bab Tuma, een van de grote oude stadspoorten. De voorgaande twee dagen was ik een half uur te laat, die dag was Lukas een uur te laat, om de balans een beetje in stand te houden. Ik zat daar lekker op een trappetje in de schaduw toen er ineens een meisje voorbij kwam lopen en bij mij op 't trappetje ging zitten. Ik vroeg waar ze vandaan kwam (ze is blond) en ze zei nogal afstandelijk "Germany". Overduidelijk zie ik er nu uit als een of andere gare Arabier met m'n baard en alles, en ze dacht dat ik er ook zo een was. Maar niet dus. Haar naam is Uli. Even later zaten we met z'n vieren (Lukas, zij, een ander NL meisje die we daar leerden kennen en ik) op een terrasje veel te dure cola en jus d'orange te drinken. En toen kwam het idee. Het idee dat bijna onze ondergang betekende en zeker weten de nodige spanning heeft veroorzaakt. Het idee dat veel mensen hebben maar niet veel mensen daadwerkelijk uitvoeren. Het idee dat altijd ingewikkelder uitpakt dan wat het lijkt.
We gingen een auto huren!
Lukas; Welmoed (een Nederlandse medestudente van hem); Uli; Omar ("a gay Palestinian from Texas") en ik zaten in de auto de volgende ochtend rond een uurtje of 8, ik reed (Damascus in spitsuur is een ... Uitdaging.) We gingen naar Quneitra, ongeveer 65 kilometer van Damascus: een kleine stad die in 1967 door Israel veroverd is na de aanval van Syrië op Israël, en die totaal verwoest is door Israel toen ze 6 jaar later weer verlieten: alle kabels, metalen, glas en alles is verwoest, meegenomen naar Israël en daar verkocht. Het ziekenhuis, de moskee, de kerk (http://www.flickr.com/photos/arjunswamipersaud/3758078904/) en de rest van het stadje was volledig verwoest, en als het niet zo was was wel echt alles eruit geplunderd. Het was erg interessant en behoorlijk schokkend. Vooral het ongelofelijk aantal kogels dat door het ziekenhuis geslagen is, waar je nog steeds kon uitmaken waar de wc's ooit waren geweest (die echter mee zijn genomen naar Israël om dus verkocht te worden) en de geulen van de leidingen nog liepen, en er op sommige muren zelfs nog wat Hebreeuws te lezen viel, tussen heel veel Arabische graffiti.
Vreemd was het om vanaf het dak van het ziekenhuis over de woestijn te kijken naar de bergen daarachter, waar je een enorme installatie zag staan, en waarvandaan Israël het hele gebied in de gaten houdt. Dat was dus Israëlisch grondgebied.
Dus toen we een paar honderd meter verder reden was er inderdaad ineens een enorme hoeveelheid prikkeldraad waarachter een groot stuk niemandsland was als scheidslijn tussen de twee. Later later gingen we wat eten bij de officiele grenspost die alleen gebruikt wordt door diplomaten en de VN. Als je met je camera ver genoeg inzoomde kon je de vlag zien en "Welcome to Israel". Zo'n 300 meter verder weg was dat. Totaal onbegaanbaar.
Dat was de inleiding, nu komt het spannendere gedeelte.
We hadden een 'gids' bij ons (verplicht), en na afloop nam hij de permits die we eerder die ochtend hadden opgehaald bij het ministerie met zich mee. Tegen die tijd was het een uurtje of half 3 en we wilden nog wat meer doen dus besloten naar Bosra in het zuiden van Syrië te rijden. We hadden alleen geen kaart, behalve die in de Lonely Planet die wel heel erg globaal was, maar we gingen op goed gevoel. Toen we niet de afslag konden vinden stopten we langs de weg (ik reed de gehele tijd) en vroegen we het iemand langs de weg. Terwijl ik, Uli en Lukas nog in de auto zaten werden we door iemand gewenkt om mee te komen: we werden uitgenodigd op de thee bij twee oude Palestijnse mannen en een jongere jongen. In 1948 zijn zij gevlucht uit een dorpje dicht bij dat van Omars ouders. Ze spraken geen Engels maar Omar vertaalde: naast zijn Engels sprak hij goed Arabisch, vrijwel vloeiend Hebreeuws, Spaans, goed Frans, Duits en wat Nederlands. Ook kan hij goed Russisch lezen en nog tig andere talen. Die gozer is echt ongelofelijk. Al met al, we hebben daar zo'n half uurtje gezeten en thee gedronken en toen was het tijd om door te gaan, wilden we nog in Bosra aankomen.
Dus wij gezellig rijden. Tig mensen gevraagd onderweg, maar aldoende leer je een ding: Arabieren kunnen nooit de weg uitleggen. Zodoende werd het gebied steeds landelijker maar ook steeds mooier. We reden door en door en uiteindelijk kwamen we bij een punt... Een checkpoint van de United Nations. Vanaf daar waren zij in control. We waren op de Golanhoogten.
SPANNEND!
Dus UIi stapte uit en vroeg met al haar charme aan de eenzame Poolse wachter of we door mochten rijden. Jawel hoor, geen probleem. Dus wij rijden door. Na een aantal prachtige dorpjes en ongelofelijke uitzichten te hebben gezien komen we bij nog een checkpoint met roadblock. We hadden inmiddels openlijk toegegeven dat we verdwaald waren en vroegen aan de bemanning daar hoe we naar Bosra moesten komen. Ze zeiden dat we rechtdoor moesten rijden, wat we deden, en uiteindelijk besloten we in een dorpje wat cola te gaan kopen. We reden het dorpje in, wat een Palestijns/Syrische nederzetting (Ar Rafid: http://www.flickr.com/photos/arjunswamipersaud/3758134674/) bleek te zijn, Welmoed en Uli sloegen hun hoofddoekjes om en terwijl Lukas en ik op de auto letten gingen ze even wat cola halen. Alle kinderen zwermden om ons heen maar we begrepen er niks van omdat ons Arabisch niet echt op topniveau (ahum) is. Toen kwam er een wat dikkige man aan. Of de politie ons om een permit had gevraagd. Nee, dat hadden ze niet: we hebben geen politie gezien. Uli was inmiddels terug en rook onraad en riep dat we onmiddellijk weg moesten rijden. Ik stapte de auto in, maar Lukas en Omar waren nog een beetje aan 't lamballen. Tegen de tijd dat ze de auto in waren zei de man, die een motor had, dat we 'm moesten volgen om weg te gaan. Dat deed ik. Op het moment dat we gravel raakten sloeg de motor van de auto onverwachts af. Het duurde te lang voordat 'ie weer gestart was: inmiddels stond er een politieauto voor de auto en stapte er iemand uit, wilde mijn paspoort. Hij identificeerde zichzelf als een politieman. Ik gaf mijn paspoort, zei dat we hem moesten volgen.
Vervolgens zaten we op het politiebureau in het dorpje daar en mochten we niet meer weg. We waren in Israëlisch-gecontroleerd gebied in de Golanhoogten en dit Syrische dorpje was een van de laatste Arabische dingen daar, en wij waren daar behoorlijk, ik herhaal, BEHOORLIJK illegaal. Aan zijn accent in Arabisch konden de politiemannen opmaken dat Omar Palestijns was (ook al wil hij zelf alleen als Amerikaan behandeld worden) en dat werkte heel erg veel argwaan, ook al was hij de enige die fatsoenlijk alles kon vertalen. Het politiebureau was een klein hokje met daarin niet minder dan 6 mannen, allemaal rokend en thee drinkend en lachend, plus wij. Nadat de man die de leiding had een aantal telefoontjes had gepleegd werden al onze paspoorten ingenomen en werd ons verteld dat we moesten rijden naar Saasaa, noordelijker in Syrië en op de route naar Damascus, de politiewagen volgend, waar alles afgehandeld zouden worden. Wij echter wilden inmiddels gewoon terug naar Damascus (inmiddels was 't een uurtje of 5, 6) en alles vergeten. Maar nee, niet mogelijk. We kregen onze paspoorten met geen mogelijkheid terug en moesten ze volgen.
Na een dodemansrit (die Arabieren zijn echt gestoord op de weg) van een half uur kwamen we in Saasaa aan, waar we op het kantoor van de hoofdofficier van het district ontvangen werden met thee. Nadat Omar weer vertelde wat er was gebeurd zei de man dat alles berustte op een misverstand en bood z'n excuses aan. Onze paspoorten kregen we echter nog niet terug. De thee was verdomd lekker, en in de tussentijd kwam er tot drie keer toe een man aan met onze paspoorten en fluisterde de man achter het grote bureau iets in zijn oor. De vierde keer kregen we onze documenten terug en werd ons een prettige reis toegewenst, excuses werd aangeboden door iedereen en we mochten gaan.
Een klein uur later reed ik ons door de avondspits van Damascus terug naar Jaramana, waar de meesten van ons verbleven. Later die avond gingen Uli en ik naar ons hotel in de Old City en de rest naar hun slaapplekken. We waren volledig gescreend door alle geheime diensten mogelijk, en we zijn er heelhuids doorheen gekomen. Het kon wel eens erger aflopen.
Nah, lekker slapen die avond! We verdienden 't.
De volgende ochtend gingen Uli, Lukas en ik richting Aleppo. We zijn langs Maalula gegaan (wauw) (http://www.flickr.com/photos/arjunswamipersaud/3758143982/), en langs een enorme burcht waarvan ik de naam ben vergeten maar wat echt supermooi was, en uiteindelijk zo doorgereden naar Aleppo. Niet zonder kleerscheuren: we zijn grondig verdwaald geraakt waardoor het uiteindelijk veel te lang duurde om in Aleppo aan te komen. Het was vrijdag, de zondag van de mensen hier, en 's avonds is er dan altijd kermis en chaos. De weg naar Aleppo was zodoende een grote chaos, met auto's die willekeurig de snelweg oversteken, auto's die midden op de snelweg de andere kant op rijden, het liefst zonder koplampen, honden op de weg, totale chaos. Zodoende was ik na een uur in die zooi rijden echt totaal kapot. Die avond sliep ik wederom lekker (een kamer met z'n drieen voor bij elkaar 600 Syrische pond - zo'n 9 euro) op een bed dat meer als hout aanvoelde dan als matras.
Toen Uli de volgende dag, nadat we door de souq van Aleppo zijn gelopen, bij de Aleppo Citadel (foto:) afscheid nam om richting Turkije te gaan, zijn Lukas en ik nog lekker een beetje Aleppo gaan verkennen, zodoende hebben we uiteindelijk veel te veel geld uitgegeven aan de meest prachtige stoffen hier, een kaffiyeh met zo'n rond ding voor op je hoofd en ik heb zelfs een heuse djellabiyah gekocht :D. We werden uitgenodigd bij de koopmannen voor thee en alles was gezellig. Alleen. We hadden al ons geld uitgegeven aan die spullen en de tank van de auto was zo goed als gortdroog; tevens moest de auto die avond ingeleverd worden in Damascus, zo'n 350 kilometer verderop. Probleem?
Probleem.
We konden nergens geld vinden. Uiteindelijk heb ik 10 dollar omgewisseld in een veel te duur hotel, zodat ik weer 700 pond had. En toen kwam de volgende verrassing...
We hadden een wielklem! Omdat we niet betaald hadden voor het parkeren. Ik baalde als een stekker, maar toen ik de parkeerwacht haalde begonnen alle mensen tegen hem te praten, waardoor we uiteindelijk maar 200 pond (zo'n 3,5 euro) hebben betaald om die wielklem te verwijderen - dat is goedkoper dan gewoon parkeergeld :D.
Maar we hadden nog steeds geen benzine. Op de laatste druppels zijn we naar een tankstation gereden waar we voor ons laatste geld de tank bijvulden, bij lange na niet genoeg. Met 80 kilometer per uur zijn we doorgereden en uiteindelijk hebben we bij een tankstation met dollars kunnen betalen... Maar wel voor een dollar per liter. Mjuh, we hadden geen keus. Doorgereden. Syrië is prachtig. Echt ongelofelijk.
Foto's van het hele avontuur (hoewel nog niet alles) staan op www.flickr.com/photos/arjunswamipersaud
-
26 Juli 2009 - 14:52
Anand:
Dit verhaal heb ik tot mij genomen met samengeknepen billen. Nice story!! -
26 Juli 2009 - 15:19
Zupapapa:
Weer bijna een anafylactische shock bij het lezen van je titel. Je hoofd daar koel houden is denk ik de sleutel. Denk maar dagelijks aan INSALLAH óf SJALOOM. Blijf wijs..!! Paps -
26 Juli 2009 - 16:24
Katja:
Poeh...
Wat een spannende dingen maak je allemaal mee zeg! Maar wel onvergetelijk en gelukkig met een goed einde!
Hou dat vol!
Liefs Katja
oh, en is het gelukt met de post? -
26 Juli 2009 - 17:41
Mama:
mi gado mi masra mi tang! -
03 Augustus 2009 - 16:07
Mulah:
Heel spannend, maar is Europa niet uitheems genoeg om over te schrijven ofzo?
Tell us about your European adventures brotha! -
05 Augustus 2009 - 12:13
Selma:
ik heb echt een paar keer je verslag gelezen!! geweldig!! laat me echt denken en voelen aan de avonturen van inge en mij met het autootje dwars door o.a. syrie richting egypte. dikke kus en geniet maar lekker! xxx -
08 Augustus 2009 - 11:25
Ayatollah Mulah Omar:
Hij is thuis, ff voor the record
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley